Climate Witness: Alton Byers, USA
Posted on September, 16 2008
Alton Byers has worked in the Andes, Himalayas, Appalachians, East African Highlands, and many other ranges for over 30 years. By reproducing old photos of glaciers taken by early glaciologists, cartographers, and climbers, Alton demonstrates in a very visual way how much glaciers have declined in the last 60 years.
Mijn naam is Alton Byers en ik ben 56 jaar oud. Ik ben een berggeograaf en sinds mijn 17de jaar ben ik bergbeklimmer. De laatste paar jaar heb ik een aantal foto’s genomen van gletsjers in Nepal en Peru vanaf exact dezelfde plek als de fotografen meer dan 50 jaar geleden. Het overduidelijk krimpen van de gletsjers is schokkend.Ik ben begonnen met bergbeklimmen in Tanzania en ik heb de Kilimanjaro beklommen in 1969, toen ik 17 jaar oud was. Het jaar daarna keerde ik terug naar de Verenigde Staten en ben ik gaan werken bij de US Parks Service in Yellowstone National Park. Ik liftte destijds elk weekend naar de Grand Tetons om te klimmen en de hele jaren ’70 heb ik overal in Noord-Amerika bergen beklommen.
In 1984 heb ik een jaar in de regio rond de Mount Everest gewoond, waar ik veldwerk deed voor mijn doctoraal examen in geografie, met een specialisme in bodemerosie en hedendaagse veranderingen in het landschap. Na vervolgens twee jaar te hebben gewoond in de regio rond de Virunga vulkaan in Rwanda, waar ik directeur was van een natuurbeschermingsproject, ben ik terecht gekomen bij The Mountain Institute en heb ik in 1995 het Andean Programma opgericht in het nationaal park Huascarán.
Ik doe nog steeds aan bergbeklimmen, vooral op de kleinere besneeuwde toppen zoals Urus, Ishinca, Pisco, Vaillaraju, Kilimanjaro, etc. waar ik echt van geniet. In het kader van mijn werk en mijn onderzoek breng ik veel tijd door in afgelegen bergachtige gebieden zonder wegen. Dit geeft me de geweldige mogelijkheid om te observeren, na te denken en te praten met de lokale bevolking over de impact van klimaatverandering van de afgelopen decennia.
‘Repeat photography’ in Peru en Nepal
In 1988 ben ik begonnen met het vastleggen van de gevolgen van de klimaatverandering in Peru, waar je geen beter bewijs vindt voor klimaatverandering dan in de Cordillera Blanca. In de jaren ’30 heeft Erwin Schneider, een top bergbeklimmer en lid van de Oostenrijks-Duitse klim- en cartografische expedities naar de Cordillera Blanca en de Cordillera Huayhuash, veel foto’s gemaakt van de gletsjers en het landschap op grote hoogte. Aan de hand van die foto’s zijn de mooie kaarten van de ‘Alpenvereinskarte’ gemaakt. Ik heb een grote hoeveelheid van zijn originele foto’s teruggevonden bij de Oostenrijkse Klimvereniging in Innsbruck. Daarna ben ik begonnen ze te reproduceren door zo nauwkeurig mogelijk de plek vast te stellen waar Schneider de oorspronkelijke foto’s had gemaakt, om uit te zoeken welke veranderingen er in het landschap te zien waren. Dit proces heet ‘repeat photography’.
Sinds ik mijn eigen foto’s ben gaan maken, heb ik een enorme verandering waargenomen in het gletsjerijs. Het smelten van het ijs in de Cordillera Blanca is de laatste 60 jaar uitgebreid vastgelegd, maar als ik nu alleen al kijk naar mijn foto’s van 10 jaar geleden, zie ik al veranderingen in de gletsjers, het terugtrekken ervan, en de vorming van nieuwe en soms gevaarlijke gletsjermeren.
Schneider nam foto’s van de Peruaanse gletsjers, maar ook nam hij in de jaren ’50 vele foto’s van de valleien ten zuiden en wensten van de Mount Everest, die ik de afgelopen 20 jaar tijdens een aantal expedities ten behoeve van het vastleggen van landschapsveranderingen ook heb gereproduceerd. In 2002 heb ik honderden oude foto’s geërfd van de regio rond de Mount Everest, gemaakt in 1956 door de Zwitsers-Canadese gletsjerspecialist Fritz Müller, aansluitend aan zijn deelname als wetenschappelijk teamleider van de Zwitserse Mount Everest expeditie van 1956. In de doos zaten ook panorama’s en foto’s die gemaakt waren door Schneider en de contactafdrukken van dr. C.E. Evans, lid van de Britse expeditie van 1953. In oktober en november 2007 en daarna weer in april en mei 2008 ben ik in de voetstappen getreden van deze eerdere gletsjerspecialisten, cartografen en bergbeklimmers. Ik heb de plekken opgezocht waar zij hun foto’s hadden gemaakt, hoog boven de valleien en de tijdelijke nederzettingen in het dal, en heb hun foto’s geproduceerd.
De resultaten bleken schokkend te zijn in termen van veranderingen in de gletsjers vóór en na. Vele van de kleinere ‘schone’ gletsjers op de lagere hoogtes waren verdwenen. De grotere gletsjers op grotere hoogtes hadden zich aanzienlijk teruggetrokken. Nieuwe meren waren ontstaan waar nog geen 40 jaar geleden met puin bedekte gletsjers waren, en zelfs de grotere gletsjers die enigszins geïsoleerd waren door een dikke lage puin waren aanzienlijk in volume afgenomen.
Het is belangrijk dat de mensen begrijpen dat klimaatverandering echt plaatsvindt, en dat onze bergen bijzondere aandacht nodig zullen hebben, om de bergen en de bevolking die op de berg en meer stroomafwaarts woont te beschermen tegen de toegenomen overstromingen, landverschuivingen en het plotseling overstromen van gletsjermeren; om een buffer te creëren tegen de trend van stijgende temperaturen door bossen te herplanten en ecosystemen te herstellen; om de watervoorziening en de andere diensten te beschermen die het ecosysteem levert aan de miljoenen mensen die stroomafwaarts wonen.
Inwoners van Peru zijn erg bezorgd over het water in hun regio
We weten niet precies welk deel van het water afkomstig is van de gletsjers, maar het is waarschijnlijk ongeveer 40%. Een aantal mensen is erg bezorgd over wat er gaat gebeuren als de gletsjers zijn verdwenen, wat volgens sommige voorspellingen al binnen 50 jaar kan gebeuren.
Als de gletsjers smelten, neemt ook de kans toe op plotselinge overstromingen van de gletsjermeren. De regio rond de Cordillera Blanca in Peru staat bekend om zijn tragische en catastrofale gebeurtenissen, waarvan er diverse te maken hadden met plotselinge overstromingen van de gletsjermeren. Eén catastrofale overstroming gebeurde in 1941 recht boven de stad Huaraz en doodde 5000 mensen. Dat leidde er toe dat de regering onmiddellijk een team van gletsjerdeskundigen instelde dat sindsdien van 35 potentieel gevaarlijke meren het waterniveau ofwel heeft verlaagd ofwel anderszins onder controle heeft gebracht. Aangezien er sinds 1941 zich niet meer een dergelijke ramp heeft voorgedaan, lijkt dit erg effectief te zijn geweest, alhoewel het chronisch geldgebrek en het in hoog tempo ontstaan van nieuwe meren er voor heeft gezorgd dat veel mensen zich nu toch wel zorgen maken over de toekomst.
Mensen rond de Mount Everest maken zich ook zorgen over overstromingen
In 1985 deed zich een plotselinge overstroming voor van het Dig Tsho gletsjermeer in de regio rond de Mount Everest. Deze overstroming vernielde een waterkrachtcentrale die bijna gereed was, veegde huizen van de kaart en doodde een groot aantal mensen. Deze uitbarstingen van de gletsjermeren kunnen erg gevaarlijk zijn en er wordt tegenwoordig veel aandacht aan besteed in Nepal. We hopen dat we volgend jaar in Peru een workshop kunnen geven over dit onderwerp, waarbij een rol is weggelegd voor een Nepalees en andere gletsjerdeskundigen uit de Himalaya-Hindu regio. Dit geeft hen de kans om ervaringen uit te wisselen en te leren van de Peruvianen, die meer dan 60 jaar ervaring hebben met het beheersen van deze gevaarlijke meren.
Uit mijn gesprekken met de lokale bewoners heb ik opgemaakt dat zij een toenemende variatie zien in het klimaat. Het weer is niet meer zo voorspelbaar. Men kan niet langer zeggen: “Deze maand zal het gaan regenen dus we kunnen plannen gaan maken om de gewassen te gaan planten”. Vanwege deze veranderde weerpatronen zijn de boeren in de omgeving erg bezorgd over hun levensonderhoud. De mensen hebben het ook over de extremen in het weer. Bijvoorbeeld, als het regent, dan zijn het ook direct hoosbuien, en als het sneeuwt, dan is het een vernietigende sneeuwstorm en storten daken in als gevolg van het zware pak sneeuw.
Betrokkenheid op lokaal niveau is nodig
Er bestaat een aantal goede ‘remote sensing’ studies, klimaatmodellen en nieuwe initiatieven voor het verzamelen van gegevens vanuit organisaties als ICIMOD (International Centre for Integrated Mountain Development) en de Wereldbank, en natuurlijk is er veel aandacht voor klimaatverandering in de pers.
Er zijn echter maar weinig mensen die daadwerkelijk ter plaatse met de lokale bewoners praten om uit te zoeken welke gevolgen zij ervaren. Bijvoorbeeld, hoe beïnvloedt het klimaat hun leven? Welke dreigingen kunnen worden geïdentificeerd in termen van watervoorziening, landbouw, levensonderhoud, veiligheid? Waar liggen de kansen? En wat zijn mogelijke oplossingen?
Het Climate Witness programme is een geweldige stap in de goede richting, omdat we mensen pas kunnen helpen zich aan te passen aan de veranderde omstandigheden en hun weerbaarheid tegen klimaatverandering kunnen vergroten als we begrijpen wat er in hun directe omgeving gebeurt. Soms kan dat door de luisteren naar hun aanbevelingen, soms door hen te informeren over de wetenschap achter hun situatie. Het gaat dan om sociale weerbaarheid, weerbaarheid tegen hun directe omgeving en weerbaarheid tegen gevaren. Bij elkaar opgeteld gaat het dus om het vergroten van de mogelijkheden van de mensen om zelf hun problemen op te lossen.
Mij gaat het er vooral om dat ik mensen kan helpen zich te weren tegen hun eigen omgeving door middel van het beschermen en herstellen van de stroomgebieden in de bergen en elders op grote hoogte. Aaneengesloten vegetatie (in tegenstelling tot de kale en geërodeerde berghellingen) kan dienen als buffer tegen stijgende temperaturen en biedt daarmee de beste bescherming voor de watervoorziening. Het helpt tevens bij het op peil houden van de biodiversiteit en het moedigt bezoekers aan om elk jaar terug te komen.
Maar vooral moeten we beginnen met het promoten van een meer interdisciplinaire benadering van het onderzoek naar klimaatverandering, een benadering die het beste theoretische werk combineert met de praktijk van de veldwerker en de lokale gemeenschap.
---
Alton Byers werkt voor The Mountain Institute, een non-profit organisatie gewijd aan het behoud van de ecosystemen van het berglandschap en het verbeteren van het leven van de mensen die er leven. Hij is ook lid van de Amerikaanse Bergbeklimmers Vereniging (AAC), een partner organisatie van het WWF Climate Witness Programme. The Mountain Institute en de AAC hebben een zogenaamde ‘Alpine Conservation Partnership’ gevormd om over de hele wereld het ecosysteem van het berglandschap te beschermen en te herstellen, en om onderzoek in samenwerking met de lokale gemeenschap te bevorderen om zodanig mensen te helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering.