Posted on July, 08 2008
David Ainley has returned to Ross Island, Antarctica about 20 times since 1968. Rapidly decreasing snow fields are providing more nesting space for Adélie penguins, but because of melting snow, penguins are finding themselves and their nests inundated by raging torrents. Meanwhile, in the Antarctic Peninsula, glaciers and sea ice are disappearing, and so are Adélie penguins.
Ik heet David Ainley en van waar ik woon heb ik uitzicht op San Francisco in Californië. Ik ben mariene bioloog en doe al sinds 1971 onderzoek naar toppredatoren op verschillende plaatsen rond de Stille Oceaan. In 1968 reisde ik voor het eerst naar Rosseiland (Antarctica), in de Rosszee ten zuiden van Nieuw-Zeeland. Sindsdien ben ik daar al ongeveer twintig keer teruggekeerd, voor het laatst nog in februari 2008.
English | Español | 中文 | Dutch | Français | Deutsch | Italiano
De voorbije twaalf zomers hier in het zuiden heb ik samen met mijn collega’s meegewerkt aan een onderzoek dat wordt gefinancierd door de ‘National Science Foundation’ van de Amerikaanse overheid. We willen onderzoeken waarom er steeds meer adeliepinguïns voorkomen in de Rosszee en waarom de kleine kolonies veel sneller aangroeien dan de grote.
Door de opwarming van de aarde en het gat in de ozonlaag (dat nog altijd groter wordt), is een weersysteem met de naam ‘Antarctische Oscillatie’ sinds het midden van de jaren 1970 niet meer veranderd. Als gevolg daarvan wordt het Antarctisch schiereiland sinds de jaren 1970 geteisterd door warme winden die worden aangezogen vanuit Zuid-Amerika.
Intussen kende het gebied van de Rosszee een omgekeerde evolutie: winden die van Antarctica naar het noorden blazen. Als gevolg daarvan wordt het ijsseizoen langer in de Rosszee, maar het omgekeerde doet zich voor op het Antarctisch schiereiland, dat sneller opwarmt dan vrijwel enige andere plaats op aarde.
Vroeger was het weer voorspelbaar
Toen ik aan het eind van de jaren 1960 en het begin van de jaren 1970 voor het eerst op bezoek ging bij de pinguïns van Rosseiland, was het weer heel voorspelbaar. In het voorjaar was de wind vrij kalm en kwamen er maar af en toe winden met orkaankracht voor. Daardoor was de zee het grootste deel van de lente meestal grotendeels met ijs bedekt.
Tegen eind december, als de zomerwarmte begon, was het meeste ijs verdwenen. In die tijd gingen de kolonies van adeliepinguïns op Rosseiland langzaam achteruit met enkele procenten per jaar. Dat kwam doordat de pinguïns door de uitgestrekte oppervlakten zee-ijs heel ver moesten lopen in plaats van sneller te kunnen zwemmen, waardoor de volwassen dieren minder van het verzamelde voedsel konden gebruiken voor de productie van hun eieren en voor hun kroost.
Het weer verandert
In het midden van de jaren 1970 werden de winden sterker en aanhoudender en de wintertemperaturen stegen van ongeveer -26 (gemiddelde jaartemperatuur) naar -23°C. Het zee-ijs werd dunner, omdat het door de wind niet voldoende tijd kreeg om dikker te worden en het viel ook gemakkelijker uiteen wanneer de temperatuur in de zomer opliep.
Hierdoor werden de kustwateren tijdens de zomer geheel of gedeeltelijk ijsvrij, maar anderzijds werd door de sterkere wind meer ijs van de kust weggeblazen, waar het langer aanwezig bleef (het zee-ijsseizoen werd dus langer). Dit was gunstig voor de pinguïns die nu meer konden zwemmen dan lopen.
Als gevolg daarvan begonnen de kolonies adeliepinguïns in de Rosszee, waar ongeveer 38% van de wereldpopulatie broedt, in omvang toe te nemen. Intussen was ik tussen 1987 en 1992 een paar keer naar het Antarctisch schiereiland gereisd en kon daar met mijn eigen ogen zien hoe de gletsjers en het zee-ijs zelfs toen al aan het verdwijnen waren, net als de adeliepinguïns.
De opwarming van de aarde (en het gat in de ozonlaag) heeft het weer in Antarctica veranderd. In feite is de hoeveelheid zee-ijs die zich rond Antarctica vormt netto niet veranderd en waarschijnlijk is ook het totale aantal adeliepinguïns in Antarctica netto nog niet veranderd.
Wat staat de pinguïns en de mensen te wachten?
In sommige regio’s hebben de adeliepinguïns het opgegeven, maar in andere maken zij gebruik van de betere omstandigheden. Ook de mensen zullen ongeveer hetzelfde moeten doen, want in sommige streken zal de droogte toenemen en in andere zal meer regen vallen en de zeespiegel begint drastisch te stijgen omdat de poolijskap snel begint te smelten.
Dat lijkt allemaal nogal abstract, tot het moment dat die veranderingen jou of een van je vrienden dwingen te verhuizen.
De sneeuwvelden verdwijnen, net als enkele gletsjers rond de zuidelijke Rosszee. Dit kan je heel duidelijk zien op het nabijgelegen Beauforteiland, waar er door de snel slinkende sneeuwvelden meer nestruimte ontstaat voor de pinguïns. Een ideale nestruimte voor adeliepinguïns is namelijk ijs-, sneeuw- en smeltwatervrij.
Daardoor is de kolonie daar snel gegroeid en de jonge pinguïns die er zijn opgegroeid, vinden er nu voldoende ruimte om hun eigen nest te maken in plaats van te moeten uitkijken naar een ruimere kolonie.
Door het smelten van de gletsjers overstromen de broedgebieden
Het voorbije jaar heeft de hogere zomertemperatuur drastische gevolgen gehad rond Rosseiland. Ik stelde bijvoorbeeld vast dat de ijskap op Mount Bird ernstig is aangetast.
Op warme, wolkenloze dagen wanneer de zon hard brandt, beginnen bovendien grote hoeveelheden water van de gletsjer naar beneden te stromen, door de pinguïnkolonies heen. Plotseling worden de pinguïns en hun nesten overstroomd door krachtige waterstromen.
Het is nogal ontstellend om te zien hoe de vogels op zoek moeten naar rotsen om hun nesten steeds hoger te plaatsen om te vermijden dat de eieren wegdrijven. Ik vind het eigenlijk weerzinwekkend, want uiteindelijk hebben wij mensen hun bestaan nog ingewikkelder en kwetsbaarder gemaakt.
Voorlopig kunnen de pinguïns in de zuidelijke Rosszee nog stand houden, maar ze krijgen het steeds zwaarder te verduren, omdat ze worden geconfronteerd met situaties die ze nooit eerder hebben gekend.
David en zijn collega’s hebben een educatieve dvd samengesteld over pinguïns en klimaatverandering, die tegen verzendingskosten kan worden aangevraagd op www.penguinscience.com. De website bevat ook informatie over het complexe onderwerp van de pinguïns op Antarctica en de klimaatverandering.
Wetenschappelijke commentaar
Bespreking door: Dr. Andres Barbosa Alcon, ‘Departamento de Ecologia Funcional y Evolutiva’, ‘Estacion Experimental de Zonas Aridas’, CSIC, Spanje
Het scenario dat David Ainley beschrijft, stemt in sterke mate overeen met de waarnemingen die zijn gepubliceerd over de veranderingen in het klimaat, het ijs en de pinguïns in Antarctica. Het is het vermelden waard dat de meeste waarnemingen over dit onderwerp in de Rosszee zijn opgetekend en gepubliceerd door David zelf en zijn medewerkers in eminente wetenschappelijke bladen.
Die waarnemingen vallen ook samen met gegevens gepubliceerd door Italiaanse onderzoekers in hetzelfde gebied. De beschrijving van de veranderingen in de populaties van adeliepinguïns omwille van veranderingen in het ijs stemmen bovendien overeen met waarnemingen van Franse onderzoekers in Point Geologie, die gepubliceerd zijn in belangrijke wetenschappelijke bladen. Point Geologie bevindt zich op 1502 km ten oosten van de Rosszee.
De beschrijving van de situatie van de adeliepinguïns op het Antarctisch schiereiland stemt dan weer overeen met de waarnemingen van andere onderzoekers uit de Verenigde Staten in de Palmer-Archipel, een plaats halverwege het Antarctische schiereiland.
Op die plaats is een duidelijk oorzakelijk verband vastgesteld tussen de voortdurende veranderingen in het ijsdek, de hoeveelheid aan krill (het belangrijkste voedsel van pinguïns, zeehonden en walvissen) en het foerageren van de pinguïns. In combinatie met gegevens die wijzen op een verminderende populatie adeliepinguïns in het gebied maken die gegevens het mogelijk om een duidelijk mechanisme vast te stellen dat het effect van de klimaatverandering op de populaties van adeliepinguïns verklaart. In de Zuid-Shetlandeilanden, een archipel verder ten noorden, is ook een vermindering van de populaties van deze soort en andere nauwe verwanten zoals de kinband- en de ezelspinguïn gemeld.
Mijn conclusie is dat de waarnemingen die David Ainley meldt, in grote mate overeenstemmen met de literatuur van vakgenoten over de gevolgen van de klimaatverandering voor de pinguïns in Antarctica.
- Wilson, P.R., Ainley, D.G., Nur, N, Jacobs, S.S., Barton, K.J., Ballard, G., Comiso, J.C. 2001. Adelie penguin population change in the pacific sector of Antarctica: relation to sea-ice extent and the Antarctic Circumpolar Current. Marine Ecology Progress Series 213: 301-309
- Jenouvrier, S., Barbraud, C., Weimerskirch, H. 2006. Sea ice affects the population dynamics of Adelie penguins in Terre Adelie. Polar Biology 29: 413-423.
- Olmastroni, S., Pezzo, F., Volpi, V., Focardi, S. 2004. Effects of weather and sea-ice on the reproductive performance of the adelie penguin at Edmonson Point, Ross Sea. CCAMLR Science 11: 99-109.
- Frase, W., Hofmann, E.E. 2003. A predator’s perspective on causal links between climate change, physical forcing and ecosystem response. Marine Ecology Progress Series 265: 1-15.
Alle artikelen worden voorgelegd voor wetenschappelijk commentaar aan een lid van het Climate Witness Science Advisory Panel.